jaar 3.10 Stoer ik word broer

Afgelopen vrijdag was zijn laatste bezoek aan het consultatiebureau. Na drie jaar en negen maanden wordt de laatste inenting gegeven en een check van alle vitale organen. Met vlag en wimpel slaagde Chris. Hoe stom het ook moge zijn, het was ook wel een klein sentimenteel moment. Er is tenslotte genoeg gebeurd. Zeker de start van Chris is nogal rommelig geweest met de ziekenhuisbezoeken. Het consultatiebureau heeft daar een belangrijke rol ingespeeld. Zij zijn ook een partij op de zijlijn als het gaat om de bezoeken van Chris aan het ziekenhuis. En daarnaast is natuurlijk het persoonlijke aspect: de verpleegkundige die Chris altijd onderzocht heeft vond hem een erg gezellig en leuk jongetje. Ook deze keer weer kletste hij de sterren van de hemel. Het is zo heerlijk om te zien dat hij zo weinig schaamte ervaart en vooral bezig is met de wereld om hem heen. Ik kan me ook zo voorstellen dat dat totaal anders is met bepaalde kinderen. Na het wegen en het meten van de lengte werden zijn ogen getest op een andere manier dan hij gewend was. De vorige keer, volgens mij was dat trouwens maar drie maanden geleden, kreeg hij plaatjes die hij moest benoemen. Die hebben we dan ook dapper geoefend met hem. Echte havik’s ogen zal hij niet hebben maar dat vind ik toch niet zo belangrijk. Hij ziet prima. Bij deze test kreeg hij een bord met plaatjes te zien waarbij er een rondje met een gaatje was. Hij kreeg een voorbeeld en moest met dat voorbeeld aangeven waar het gaatje was op het bord. De bril die hij op moest doen waarbij een oog afgedekt was, was natuurlijk een beetje raar. Maar de rest was allemaal prima. Ook zijn longen klonken goed, zijn gewicht was eindelijk weer op de curve, zijn lengte was wat te laag, maar dat zal altijd wel zo blijven. Zowel martina als ik zijn allebei niet al te lang en vooral in onze jeugd zijn we altijd erg klein gebleven. Van klein en schattig kun je ook een leuk leven maken.

De verbale linguïstische vermogens van kinderen van drie en een half liggen nogal uit elkaar. Het begint natuurlijk dat kinderen op een heel diverse manieren woorden uitspreken. Vooral kinderen die lang gespeend hebben, slissen nogal. Maar volgens mij is er ook een belangrijk onderdeel dat heet aanleg. Zonder nu op te scheppen kan ik stellen dat Chris een enorme aanleg voor taal heeft. De laatste weken vraagt hij ook continu de betekenis van woorden in het Engels. Dat zal wel komen door Dora. Daar wordt het Nederlands afgewisseld met het Engels. De uitkomst van het verhaal voor Chris is dat hij ten eerste al begrijpt dat er verschillende talen zijn, ten tweede wil hij graag de vertaling van veelvoorkomende woorden weten en Ten derde vindt hij het natuurlijk geweldig dat wij het geweldig vinden. In dat opzicht stimuleer ik natuurlijk vooral dat taalgebruik. Ik vind het heerlijk om Chris de Engelse woorden te horen uitspreken met de juiste tongval. Een beetje zingerig, met een mooie th, zoals een nette Engelsman zou uitspreken. Van 1-10 was geen probleem in het Engels, de uitdaging ligt nu in het tellen van 10-20. In het Nederlands lukt dat al prima, de andere talen lonken.

Op het consultatiebureau krijgen we al vanaf het moment dat hij kan praten de complimenten over zijn linguïstische vermogens. Nu ook weer. Hij is verstaanbaar, weet zichzelf uit te drukken en heeft een enorme woordenschat. Voor ons is hij natuurlijk een grote kwebbel, erg gezellig. Ook als hij alleen aan het spelen is kletst hij er maar op los en het valt op dat de meeste spelletjes ook echt een verhaal hebben. Natuurlijk niet logisch, maar het begint ergens en het eindigt ook nog ergens. Dat is wel bijzonder.

Aan het einde van het bezoek was natuurlijk het handje schudden. Chris zou worden overgedragen. Maar uiteraard vertelde ik dat dit waarschijnlijk niet het laatste contact met het consultatiebureau is geweest: “Chris word broer”. De verpleegkundige reageerde erg enthousiast. “En hoe vindt Chris het?” Waarop ik zei: “Dat kan hij beter zelf vertellen”. Chris vertelde dat hij het erg leuk vond om grote broer te worden. En op de vraag wat hij met zijn kleine zusje ging doen antwoordde hij: “troosten en ervoor zorgen”. Is dat niet schattig?
Zijn verhuizing naar het nieuwe kamertje heeft daar natuurlijk alles mee te maken. Buiten het feit dat het nogal makkelijk was dat het kleine jongetje in een bedje sliep waar hij niet zelf uitkon, werd het nu tuurlijk wel een beetje gortig. Hij is eraan toe dingen zelf te doen zelf te organiseren, zelf keuzes te maken. Dat heeft ook te maken met het gebruik van een kamertje. De transfer is enorm makkelijk gegaan. Net zoals hij op vakantie zonder te piepen in een groot bed ging slapen, zo is zijn nieuwe bed ook geen probleem. Het is zo schattig om te zien dat hij helemaal boven in zijn bed ligt te slapen onder het dek beetje. Zo’n enorm groot bed met zo’n enorm klein jongetje erin. En Chris is natuurlijk weer enorm goed in het wachten tot hij gehaald wordt en hij uit bed mag. Wat mij betreft zou hij wel wat meer eigen keuzes kunnen maken en bijvoorbeeld als hij wakker is lekker gaan spelen. Maar zo zit het jongetje niet in mekaar. Als het hem te gortig wordt begint hij te roepen, maar ik heb het vermoeden dat hij dan al erg lang wakker is.

Aan alles merk je dat hij toe is om naar school te gaan. Ik zie hem zo tussen al die kindjes zitten en lekker spelletjes doen met een hoger educatief gehalte dan bij de opvang. In het kader van de dag van de leraar op 6 oktober dit jaar was ik met een collega van de Algemene onderwijsbond op stap in Arnhem om daar cadeautjes te brengen aan scholen. De mevrouw werkte in het primair onderwijs, met name in Montessori onderwijs. Uiteraard vertelde ik ruim over Chris en zijn verwondering voor cijfertjes. De vrouw vulde aan dat zij een keer les had gegeven aan een kleuter groep. Na het bekijken van een filmpje met allemaal olifanten begonnen de kleuters met elkaar te praten over hoeveel olifanten dat waren. De een zei “het waren er wel vijf”. De andere vulde aan “nee wel 10”. Een andere kleuter vulde enthousiast aan dat het misschien wel 20 olifanten waren. En weer een zei “100”. Ze vertelde dat ze die getallen allemaal op het bord ging schrijven. En de kleuters keken naar de getallen en zagen dat ze groot waren. Die vrouw vertelde dat kleuters soms een fascinatie voor grote dingen kunnen hebben, zo ook grote getallen. Maar dat het nog moeilijk bevatten is hoe groot groot dan kan zijn. Voor de één is groot 10, voor de ander is groot 100 en voor weer een andere is dat nog veel grotere, maar heeft geen idee wat 1000 is. Dat herken ik wel bij Chris. Na het tellen tot 20 komt er vaak een 100 achteraan, om zo aan te geven dat er nog veel meer grote getallen zijn. Zelf heb ik als kind, toen ik dat eenmaal kon, vaak geteld tot 1000. Of later in mijn leven de machten van twee uitgerekend. Dat bleek wel weer handig bij het berekenen van bits en bytes, maar dat wist ik toen nog niet.

Langzaamaan wordt Chris zich steeds meer bewust van het feit dat er een baby aan komt. De buik van mama wordt steeds groter en hij moet er voorzichtig mee doen. Stoeien met mama mag niet meer zo hard en waarschijnlijk merkt hij dat ik wat meer dingen met hem doe. Ik vind het wel gezellig. Sterker nog, naarmate hij ouder wordt vind ik het steeds gezelliger worden. Samen ondernemen we heel wat acties. Zo is samen boodschappen doen erg gezellig, samen de stad in leuk voor beide personen, naar de dokter gaan een leuk ritueel. Ik praat veel en vind het leuk dat mijn kind ook veel praat want dat betekent dat we over dingen kunnen praten. Dus praten we van tevoren over dingen, tijdens dat we er zijn over dingen en natuurlijk als we klaar zijn over wat er gebeurd is. Ik ben blij dat wij dat allebei leuk vinden.

jaar 3.5 een nieuwe school

Chris wordt in januari 4 jaar oud. Dat lijkt nog lang weg, maar gezien de snelheid waarmee de afgelopen periode is verlopen (zeg maar de afgelopen 3 jaar) is over een half jaar al erg snel. Martina is iets voortvarender dan ik daarin, dus een paar maanden geleden had ze ons ingeschreven voor een open ochtend op de school in de wijk. In onze neiuwe wijk is de keuze erg beperkt: Je hebt keuze uit een Dalton school en … nog een Dalton school. Het verschil zit hem in de verzuiling. De ene school is openbaar en valt onder het ASG bestuur, de andere is oecomenisch en valt onder het Prisma bestuur. Die laatste is een toeleverancier (of hoort dat eigenlijk te zijn) van de school waar wij op werken, die is namelijk oecomenisch. Je zou het eigenlijk verwachten in een nieuwe stad als Almere, maar juist hier zijn de verzuilingen ingedikt tot 2 keuzes, gelovig of niet. Enerzijds vind ik het wel een prettig dat er niet van die splinterscholen zijn die vanuit 1 perspectief opereren. Ik geloof niet in het cultiveren van eigen pricinpes waarmee de werkelijkheid wel erg nauw wordt. En anderzijds krijgen wij als oecomenische school alle splintergroepen aangeboden, die wel erg specifieke behandeling en vrijheden wensen. Gelukkig hebben we sinds een paar jaar ook groen onderwijs binnen de Stadsgrenzen, waardoor een aantal ik-hoor-nergens-bij personen ook op een andere manier passie kunnen ontwikkelen voor de natuur.

In Almere is een groot probleem op het gebied van kwaliteit van onderwijs. Het is niet voor niets dat ik met plezier nu de opleiding tot kwaliteitsmanager aan het volgen ben, want ik herken de winst die te halen zou moeten zijn. Iets minder dan de helft van alle basisscholen zijn negatief beoordeeld door de inspectie. Datzelfde geldt voor de HAVO/VWO scholen. Er zijn heel wat SWOT analyses (Strong Weaknesses Opportunities Threads) losgelaten op deze situatie waar ieder bestuur, iedere directie en ieder team zijn eigen oplossingen formuleert, waarbij de samenhang veelal ontbreekt. Ik zal de rapportages hier niet bespreken, maar wil je graag deelgenoot maken van mijn eigen visie. Doordat ik dit jaar op een nieuwe school begonnen ben heb ik een nog sterker gevoel ontwikkeld dat de basis van veel kinderen slecht aansluit bij het onderwijsconcept dat in Nederland wordt gehanteerd. Wij willen tot 30 leerlingen in een klas, die allemaal ongeveer hetzelfde doen, misschien niet allemaal op hetzelfde moment, die allemaal na een bepaalde periode klaar moeten zijn met een blok leerkennis en dan overgaan naar het volgende. En de klantenvraag is om leerstof aangeboden de krijgen die aansluit bij de mogelijkheden en voorkeuren die bij het individu passen, voldoende persoonlijke aandacht en onderwijs gericht op een nog verdere ontwikkeling, handelingen die de vaardigheden van leerlingen vergroten, zelfs als dit er niet in zit. En natuurlijk de verwachting dat elk gat in de opvoeding gladgestreken wordt door school. Je snapt dat die twee niet automatisch matchen.

Volgens leerontwikkelingsdeskundigen zijn een aantal zaken voorwaardelijk alvorens je verder kan groeien. Dat betekent dat je voldoende eten en drinken moet hebben, liefde lijkt ook onontbeerlijk, daarnaast een basis houding die aangepast is en waarmee samengewerkt kan worden. Daarna krijg je de mogelijkheid en de durf om naar je eigen proces te willen kijken. Onder dit alles zit het stuk intelligentie en aanleg, niet elk individu zal de groei kunnen doormaken, laat staan dat iedereen dat even snel zal doen. Basisscholen in Almere lopen aan tegen een te grote discrepantie van vraag en aanbod, waarbij aan de aanbodskant er teveel gestuurd moet worden op de basis, terwijl ze graag verder willen met de verrijking. De opbrengsten die gerealiseerd worden, worden met name gerealiseerd bij de kinderen die veel zelf kunnen sturen, de energie gaat op aan de kinderen die op sommige gebieden de basis niet beheersen. De oude directeur van het VMBO riep altijd dat er gewerkt moest worden aan “rust reinheid en regelmaat”. Maar als daar de meeste energie in gaat zitten, blijft er weinig over om te werken aan verdere doelen.

Chris heeft een leergierigheid en interesse in dingen om hem heen. Cijfers en letters zijn op dit moment hot. Gisteren hadden we een afspraak met de directeur van de school om nog even de onderbouw in actie te zien, die bij de open ochtend niet aanwezig was. De directeur had een groot horloge om en bij het voorstellen riep Chris: “Hé, heb jij een horloge om?” “ja, zei de juffrouw, hij is vierkant” “en er staan lettertjes op”, “waar staat de grote wijzer op?” “op de zes”, zei Chris na even nadenken. “en de kleine staat op de …” “op de 1” zei Chris overtuigd. Op haar horloge stonden allen de cijfers 6 en twaalf, de rest van de cijfers werden aangegeven met een streepje, een 1 dus voor Chris. Na deze ballotage liepen we door het onderbouw gebied, waar kringen met kleine kinderen en juffrouwen bezig waren. een plein in het midden waar ontmoeting plaatsvond tussen de verschillende jaarlagen, het systeem van maatjes en samenwerking, taken kaarten, werkjes, stoplichten enzovoorts. Chris was nog een beetje verlegen, dat is ie wel vaker in dit soort situaties. Maar hij keek zijn ogen uit. Wat mij betreft had hij zo kunnen aansluiten, dat was duidelijk.

Deze school heeft, net als de andere Dalton school, geen slechte beoordeling van de inspectie gekregen. De onderbouw moest meer aan opbrengst doen heb ik gelezen in het rapport dat ik op internet gegoogled heb. Dat vertelde de directeur dan ook: nieuwe methode aangeschaft met een blauwe kraai als doorlopend thema. Maar deze school is wel nog aan het bouwen. Er wordt nog gesproken in dromen en ‘we willen/we denken over’. Daar spreken wij op onze nieuwe school ook over en ik zie hoe moeilijk dat te realiseren is. Ik zet me met kracht in om te bouwen aan iets moois, iets anders. Waarbij de basis veel meer bestaat uit mogelijkheden benutten, met een actieve rol voor thuis, die vooral begint met een aangepaste leergierige leerling die aan het werk wil om zichzelf te ontwikkelen. Mocht blijken dat de school niet aan onze verwachtingen voldoet, dan zal ik zelf een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling die nodig is voor Chris. dat wil ik best beloven.

Dag 1 (3 januari 2008)

Toen jij geboren werd sneeuwde het. De winters worden steeds warmer, misschien dat dit een teken is dat jouw geboorte speciaal is. Je lag zo lief in je maxi-cosi, helemaal moe van de bevalling. Martina was ook op. Ik was nerveus, opgepompt door de adrenaline van de gebeurtenissen en emoties. Ik had tenslotte niet veel kunnen doen behalve de juiste dingen proberen te zeggen op de juiste momenten, hand vasthouden, op je goede momenten wegkijken om niet van m’n stokje te gaan, nu kon ik me eindelijk nuttig maken.

Chris net geboren

Ik moest nog naar huis rijden door de sneeuw en zoals een man betaamd, dat koelbloedig voor mekaar boksen. Jij lag zo lekker op de achterbank. Jij gaf mij het gevoel dat ik voor je zorgen moest, voor het eerst was ik papa. Vanaf nu ben ik jouw papa.

Chris en Philippe