jaar 5.8 Sociaal zijn moet je leren

samen-eten

Het is me toch ook wat. Het meisje van anderhalf jaar oud dat wij nu in huis hebben stelt nogal veel eisen. Ik kan me niet meer goed herinneren hoe Chris was toen hij anderhalf was, maar zo dominant en aanwezig als Mijke was hij niet in ieder geval. Ze heeft een heel duidelijk beeld van hoe de activiteiten eruit moeten zien, wie wat moet doen, in welke volgorde, en vooral wat haar rol daarbij is. Daarbij vergeet ze nog wel eens dat zij maar anderhalf jaar oud is en nog een heleboel dingen niet kan. Het begint heel simpel met bijvoorbeeld dat zij altijd zelf met een lepel wil scheppen. Nu weet ik niet of je wel eens een kind van anderhalf met een lepel hebt zien scheppen… Het is in ieder geval erg vermakelijk, maar weinig efficiënt. Als het gaat over eten en voedsel naar binnen krijgen is het toch een stuk makkelijker om wat grotere scheppen zelf in haar mond te doen. Maar dat pikt mevrouw niet! Zij wilden lepel vasthouden en in haar mond doen en als je toch het lef hebt om de lepel af te pakken begint in eerste instantie heel hard te gillen, iets dat ze nog lang vol kan houden ook.

Natuurlijk proberen wij als ouders ons best te doen het allemaal in goede banen te leiden. We negeren haar bij tijd en wijle, complimenteren haar op de dingen die ze goed doet, proberen een grapje te maken als het weer eens uit de hand loopt… Ach zo proberen we van alles en de ene keer is dat effectiever dan de andere keer.broer-en-zus

Het is altijd wel bijzonder hoe Chris hier in vaart. Een paar maanden geleden was hij zelf niet genieten en erg moeilijk positief te stimuleren. Maar volgens mij heeft zijn zus hem overtroffen en misschien is er een kosmische balans ontstaan. Dat betekent dat hij beter aanspreekbaar is en ook luistert als hij aangesproken wordt in zijn rol als grote broer. Een goed voorbeeld werkt bij de meeste mensen goed. De band tussen hem en zijn zus is ook wel bijzonder. Op een één of andere manier heeft Mijke bij ons veel te halen en kan ze dat dus ook uitproberen door zich niet altijd even prettig te gedragen. Maar bij haar broer is dat anders. Dat weet Chris ook donders goed. Het begint met het feit dat hij haar aan het lachen kan krijgen, en dan bedoel ik niet zomaar lachen. Ze kunnen schaterlachend over een één  of andere stommiteit als kiekeboe of een raar geluid wordt vaak herhaald wordt over de tafel rollen. Dat is typisch we tussen deze twee is ontstaan. En daar kun je natuurlijk ook prima gebruik van maken. Want het is alsof je een kwartje in een apparaat gooit: “Chris wil je je zusje aan het lachen maken?” Waarop hij meteen zijn best gaat doen om grappig te zijn. Maar ook als ze samen aan het spelen zijn kan dat erg leuk verlopen. Zolang hij niet een hele mooie trein baan heeft gemaakt die Mijke elke keer kapot wil maken, kunnen ze lang met een bal spelen en stoeien op bed. Ik vind het fijn dat mijn kinderen dat samen kunnen, ik heb veel voorbeelden gezien waarbij dat niet op die manier kon in ieder geval.

Chris zit nu in groep twee. Dat betekent dat er iets andere eisen gesteld worden aan hem dan dat dat vorig jaar de situatie was. Het blijft natuurlijk nog kleuteronderwijs, veel spelen en een aantal ‘moet’ werkjes. In de klas zitten nu wat kleinere kinderen. Op één van de fietstochten die we na het eten op de elektrische fiets hebben gemaakt kwam het onderwerp “anderen helpen” naar voren toe. Meestal is het moeilijk om een fatsoenlijk gesprek met hem te voeren over iets van school. Meestal is het antwoord namelijk “ik weet het niet”. Maar toen ik hem vroeg hoe hij anderen aan het helpen was vertelde hij dat hij regelmatig kleine kindjes hield met de uitleg van het Dalton bord en met spelen. En toen ik hem vroeg waar hij goed in was toen gaf als antwoord “grappig zijn”. Dat is zeker herkenbaar. Ik weet nog dat ik met hem samen naar school toe liep en hij eigenlijk de hele weg klagerig en bozig was. Maar toen Emma in één keer in beeld kwam draaide hij om als een blad op de bon. Met veel energie ging hij meteen grapjes maken en rare geluiden zodat Emma ook moest gaan lachen. Het was grappig om te zien dat hij zo bewust kiest voor een houding bij de een en bij de ander.

Dat is ook altijd de gouden regel die ouders maar in hun hoofd moeten printen: als een kind zich bij jou misdraagt en vervelend is en de anderen zich prima, vrolijk en sociaal gedraagt wil dat zeggen dat je een goede opvoeding verzorgt. Tenslotte voelt het kind zich vrij en vertrouwd om zich te misdragen bij jou, en weet dat hij zich moet gedragen in ander gezelschap. En dat dat niet altijd even leuk is voor ouders, dat kan ik ook wel bevestigen. Maar op dit moment hoop ik dat Mijke snel over de gil-fase heen komt. Dat gaat namelijk door merg en been en is niet goed voor mijn trommelvliezen…

 

jaar 5.2 Doen waar je geen zin in hebt

We moeten allemaal dingen doen waarvan we eigenlijk vinden dat hij niet leuk zijn. Zo word ik regelmatig geconfronteerd met het feit dat er boodschappen gedaan moeten worden, de wc vies is, het speelgoed van de kinderen overal en nergens te vinden is en het feit dat kleren zichzelf niet vanzelf wassen. De eerste stap in de oplossing is het constateren. Dat lijkt erg voor de hand liggend, maar ik kan nog periodes in mijn leven herinneren dat ik zonder veel moeite over deze problematiek heen kon kijken. Nu met twee kinderen die aan het opgroeien zijn is dat niet mogelijk meer. Toch ben ik de laatste tijd erg benieuwd naar het proces dat een mens moet doorlopen om ervoor te zorgen dat die wat vervelende klusjes binnen de discipline van het leven vallen. Het lijkt bij sommige mensen als vanzelf te gaan. Op die mensen ben ik dan ook jaloers. Maar zelden, als ik deze mensen vraag hoe dat dan zo gekomen is, is het antwoord dat het ook vanzelf gaat. Bijna iedereen die ik spreek doet de dingen omdat ze moeten en bijna niemand heeft er lol in om deze zaken uit te voeren. De beste voldoening kan gehaald worden uit het feit dat het heerlijk is om iets af te maken of om toe te werken naar een eindresultaat waar je zelf verantwoordelijk voor bent. Voor mezelf kan ik in ieder geval moet bekennen dat ik het tegenwoordig niet heel erg vind om aan te pakken, omdat ik weet dat ik het niet enkel en alleen voor mezelf doe en omdat ik het prettig vindt te leven op een plek die min of meer georganiseerd is.

nou nouII nouIII

Mijke is vorige maand één jaar oud geworden. Deze dame geeft al duidelijk aan wat ze wel en wat ze niet wil. Dat is vooral te merken als zij bijvoorbeeld een speeltje in haar handen heeft dat we afpakken bij het eten. Dan ontstaat er een hoop gekrijs en geschreeuw, ze doet haar buik helemaal omhoog en strekt zich aan alle kanten. Het is een pittige tante dan, heel anders dan Chris toentertijd. Chris kon het wel ergens niet mee eens zijn maar naar mijn weten was hij een stuk milder. Dat is tegenwoordig anders. Veel van de zaken die anders lopen dan hij dat wil, worden opgelost door een boos klein jongetje dat uit pure onmacht nep begint te huilen. Mijke begint dit gedrag al te herkennen en helaas ook al over te nemen. Maar dat is natuurlijk een aanknopingspunt om met Chris een gesprek te voeren. Hij is tenslotte de grote broer! Dat is een waarde die erg belangrijk voor hem is. Chris kun je altijd vragen om zijn zusje aan het lachen te maken. Hij gaat dan meteen een leuk dansje doen, of hij begint haar te kietelen, of kusjes en knuffels te geven. Het is overduidelijk dat hij daar goed in is en het wordt van alle kanten gewaardeerd. Volgens mij is dat het meest positieve scenario dat je maar kan bedenken. Overigens kan ik wel vertellen dat ik dat niet van tevoren had bedacht. Dit is de extra dimensie die je krijgt als je een gezinnetje hebt waarin interactie plaatsvindt. Het is misschien arrogant om te denken dat ik als ouder de meeste interactie met het kind zal hebben, maar in mijn verantwoordelijkheidsbesef is dat wel waar ik vanuit ga. En dus ben ik positief verbaasd over het feit dat mijn zoon zelf de juiste interactie opzoekt met zijn zus.

Ik weet zelf niet meer op welke leeftijd ik klusjes moest doen waar ik eigenlijk niet zo’n zin in had. Het zal vast en zeker begonnen zijn met het opruimen van het speelgoed en ik denk dat ik ook wel eens een keertje flink gehuild heb omdat ik dat niet wilde. Sterker nog: naar mijn weten ben ik altijd iemand geweest die het moeilijk te verkroppen vond dat er nog meer wensen in deze wereld waren dan alleen de mijne. Maar goed, uiteindelijk is in de loop der jaren mijn speelgoed wel vaker opgeruimd, heb ik geleerd dat je je schoenen in de gang moet zetten, kwam ik er achter dat koken ook leuke kanten kan hebben, bleek dat een vaatwasmachine een groot gedeelte van de afwas ellende overnam, ben ik nog steeds op zoek naar een robot stofzuiger die ook meteen de losliggende spulletjes op de juiste plaats neerlegt en hoop ik dat als ik zo mijn best blijft doen mijn kinderen herkennen dat ook de niet zo leuke dingen in het leven in eerste instantie gedaan moeten worden en in tweede instantie best aantrekkelijk gemaakt kunnen worden. Dat is wat ik in de klas ook altijd zeg tegen de kinderen. Als je iets moet doen dat je niet leuk vindt, probeer het dan leuk te maken. Dus als je saai woordjes moet gaan leren, gebruik dan online tools. Als je moet leren aan een toets, wissel dan samenvattingen van elkaar uit. Als je een duf werkstuk moet maken, zoek naar een uitdagingen en doe dat vooral met zijn tweeën of meer. Het regisseren van je eigen leven is een belangrijke les.

‘Onder druk wordt alles vloeibaar’. (Deze uitspraak is overigens niet natuurkundig verantwoord, de uitspraak had moeten zijn ‘ onder druk wordt alles vast’. Maar dat heeft te maken met de hoeveelheid druk die uitgeoefend wordt.) Chris heeft er veel behoefte aan een positieve benadering, maar daar is niet altijd tijd en mogelijkheid toe. Er zijn een aantal terugkerende patronen die hij continu laat zien. Één daarvan is aan het einde van de middag. Als hij dan even tv mag kijken, voordat we gaan eten, en hij moet dan aan tafel is er vaak geen land met hem te bezeilen. Hij kan zo boos worden op het feit dat de tv uit moet en hij aan tafel moet gaan zitten, dat hij niet alleen stampvoetend de verkeerde kant oploopt maar tegenwoordig ook lelijke dingen naar ons toe roept. De oplossing is trouwens erg kort en snel: hij gaat maar op de mat zitten huilen. En na even nagedacht hebben en de afspraak gemaakt hebben dat hij weer helemaal lief is, komt hij weer aan tafel. Het lijkt erop dat de lange adem en de consistente aanpak wel zin hebben bij hem, maar wat een lange adem moet je af en toe hebben …

De lessen van het leven zijn niet altijd even makkelijk. Langzaamaan is de weegschaal voor Chris nu een positieve bevestiging aan het worden, hij eet tenslotte ook veel beter. En waar het kleine jongetje van een paar jaar geleden directe feedback en resultaat nodig had, merk ik dat tegenwoordig er wat meer tijd tussen mag zitten.

 

 

jaar 4.11 infantiliseren

Nou had ik hem toch bijna zover. Zijn keuze voor tv-programma’s begon steeds interessanter te worden. Ik heb niks met de Teletubbies of meer van die duffe programma’s waar eigenlijk niet zoveel gebeurt. Nic Jr was een tijd erg populair, maar begon om een of andere reden zijn charme ook steeds meer te verliezen. De laatste tijd werd er veel gekeken naar Pokémon, Fineas en Ferb en good old spiderman en andere helden. Dat zijn programma’s waar ik ook graag naar kijk. Het is net dat streepje stoerder dan die duffe programma’s die altijd eindigen in een moraal of het oplossen van een hele moeilijke situatie zodat iedereen weer vrienden is. Ik weet nog heel goed dat een jaar of 15 geleden een vriendin van mij absoluut geen Pokémon op tv aan wilde zetten. Voor haar begrippen was dat allemaal veel te agressief. Nu hebben de Japanners echter best gedaan om van deze kinderserie iets stoers te maken en niet iets agressiefs. Maar als je het natuurlijk bij mekaar optelt blijven het een stel huisdieren die elkaar de kop in slaan net zolang totdat een van hen uiteindelijk bewusteloos neer valt. En pas op dat moment is de trainer gelukkig.

Daar staat wat mij betreft tegenover dat kinderen heel goed kunnen bepalen wat spel is en wat niet. Alhoewel je best je vraagtekens mag zetten bij het grafische realisme van de First Person Shooters. Helaas zijn er al idioten in deze wereld geweest die geïnspireerd door het spel in een menigte begonnen te schieten. Bij mensen waar waarschijnlijk al een steekje los zit, zal dit een extra knopje aanzetten.

 

Maar sinds de komst van onze nieuwe baby is het tv-gedrag nog al veranderd. Chris wil geen stoere poppetjes meer zien. Het enige dat hij nog wel kijken is baby tv. En daar kan hij zich uren mee vermaken. Voor Mijke is dat natuurlijk wel prettig. Alhoewel ik niet denk dat zij echt een voorkeur heeft voor tv-programma’s. Toen Chris klein was vond hij een aantal programma’s nogal eng. Mijke heeft dat helemaal niet. De laatste paar weken praat ze terug naar de tv als dat van haar verwacht wordt. Maar of nu het journaal op staat of baby tv, het beweegt dus is het goed. Chris is op een leeftijd dat hij natuurlijk erg goed weet wat hij wel en wat hij niet wil. En op dit moment is dit het enige dat hij wil: baby tv.

 

Maar dit gedrag is op meerdere fronten te herkennen. Het zal best voer voor psychologen zijn. Op een bepaalde manier is hij een regressie aan het doormaken. Hij vindt het hele kleine baby speelgoed erg leuk om mee te spelen. Als ik Mijke moet ophalen bij de opvang mag hij altijd even mee naar binnen in de baby groep. En hij duikt als een bezetene af op de plingploink speel dingen. En hij geeft ook eerlijk antwoord op de vraag of hij dit het meest geweldige speelgoed vindt. Het antwoord is namelijk ronduit ‘ja’.

 

Het zal allemaal een fase zijn. Net zoals we meer dan een jaar bezig zijn geweest om hem aan het eten te krijgen, was er een paar weken geleden ineens een kentering. Volgens eigen zeggen “had hij honger”. En dat was de start om veel beter te gaan eten. Zo ook nu weer. Ik laat hem lekker spelen met het babyspeelgoed. En natuurlijk mag hij baby tv kijken. Dan maar even wat minder pedagogisch verantwoord (of té, het is maar hoe je het bekijkt). Op school is hij helemaal weg van de letter van de week en kan hij met gemak tot 30 tellen en met een beetje hulp kan hij ook al optellen en aftrekken. Misschien is thuis nu even zijn rust. Zodat hij eventjes niet meer hoeft te leren. Ik vind het wel best. Op dit moment richt ik me erg op zijn boze en soms onbegrijpelijke driftbuien. Het is belangrijk dat hij daar weg in weet te vinden, want niet alleen wij hebben er last van, hij vindt het zelf ook niet prettig. Ach we zullen het zien. Anders vraag ik wel of Sinterklaas hem een tijdje mee wil nemen 🙂

jaar 4.5 Nut en noodzaak

De tijd is voorbij dat kinderen genomen werden om het leven leefbaar te maken. Uiteraard is het nog geen 100 jaar geleden dat een groot gezin een noodzaak was om een oudedagsvoorziening te treffen. Eigenlijk is dat maar heel kort. De welvaart van de westerse landen maken dat heel bewust omgesprongen wordt met het krijgen van kinderen, en uiteraard ook wanneer. 100 jaar geleden was de gemiddelde gezinsgrootte zeven kinderen, tegenwoordig is de gemiddelde gezinsgrootte in Nederland 1,4 kind. Geen wonder dat ons pensioenstelsel op de schop staat. De huidige economische principes gaan er vanuit dat je te maken hebt met een almaar voortdurende groei. Die menselijke maat, en realiseer je dat het echt niks anders zijn dan een aantal afspraken, bestaat sinds een jaar of 50. En dat is ook de reden dat wij in een recessie zijn beland. Het is niet zo moeilijk meer om meer geld uit te geven dan dat je hebt. Op elke hoek van de straat is het mogelijk om een lening af te sluiten, of een creditcard aan te vragen, of een abonnement af te sluiten voor een mobiele telefoon. Zelfs op jonge leeftijd kunnen kinderen al in de schulden geraken, zeker als ouders de naam van het kind misbruiken voor de aanvraag van bijvoorbeeld een creditcard. In Amerika zijn voorvallen bekend waarbij jonge kinderen met enorme schulden zitten omdat ouders rare keuzes hebben gemaakt voor het oplossen van hun eigen problemen. Eigenlijk is dat diep triest.

Maar laten we eerlijk zijn, dit is wel waar kinderen handig voor zijn. Over het algemeen kosten kinderen meer geld dan dat ze opleveren. In de middeleeuwen was dat natuurlijk anders. Kinderen werden pas wat waard als ze op een bepaalde leeftijd hadden kunnen laten zien dat ze nuttig waren. Tot die leeftijd, meestal een jaartje of zeven à acht, werd er niet zoveel geïnvesteerd in het kind. Als het kind voor een baas kon gaan werken, werd het verhaal anders. Dan leverde dat kind een beetje geld op voor de ouders. En na verloop van tijd, als de ouders oud genoeg waren en geen geld meer in het laatje konden brengen, konden ze bij een van de kinderen intrekken. De wereld was erg eenvoudig op die manier. De hardheid was natuurlijk voor de ouders die geen kinderen konden krijgen. Er was geen sociaal stelsel, er waren geen uitkeringen die ervoor konden zorgen dat ouderen toch geld kregen om een goede oude dag te krijgen. Het huidige pensioenstelsel zorgt ervoor dat mensen vanaf een leeftijd van 67 een behoorlijke hoeveelheid geld krijgen om het leven dat ze hadden door te kunnen zetten. Maar wat ik al zei, het werkt alleen maar als er continue groei inzit. Als er niet genoeg kinderen worden geboren die later weer in het werkproces komen, en dan de pensioenen aan kunnen vullen, is het stelsel onbetaalbaar. Maar het tweede risico is dat de gelden van het pensioenstelsel worden beheerd in het huidige economische klimaat. Het geld wordt belegd en geïnvesteerd met de hoop om daar zoveel mogelijk groei in te realiseren. Ik geloof dat een minimaal percentage van 2,7% gehaald moet worden. Maar in de huidige tijden van crisis is er eerder sprake van een daling dan van een stijging. Je moet je realiseren dat dit echt een zeepbel is die makkelijk kan springen onder de verkeerde omstandigheden. Alles heeft te maken met financieel vertrouwen en zolang je dat geniet is er niet zoveel aan de hand. Maar er hoeft maar een klein beetje verlies te zijn en langzaam worden de mogelijkheden steeds verder beperkt. Kijk maar naar het verhaal bij Amarantis.(www.de-fuseren.nl)

Chris kun je er goed bij hebben. Nadat hij 4 geworden is vind ik het ook steeds gemakkelijker om mijn eigen dingen te doen, waarbij Chris op zoek gaat naar iets wat hij leuk vindt. De foto hierboven is een sprekend voorbeeld daarvan: ik wilde op zoek naar een andere auto waarbij ik een leuk modelletje had zien staan in Almelo. Erg weinig kilometers (24 dkm) op de teller en een leuk kleurtje. De anderhalf uur rijden zou voorheen een probleem zijn geweest met kinderen, maar tegenwoordig kan ik aan Chris de keus voorleggen of hij dat wil en dan maken we er gewoon een klein feestje van. We nemen een ijsje onderweg, we zingen liedjes in de auto, tellen allerlei dingen in verschillende talen. Kortom voor het jongetje is het prima. In de autozaak geeft hij mij ruim de gelegenheid om te spreken met de verkoper. Hij zoekt gewoon zijn eigen spelletjes.

Daar zit echter wel een groot nadeel aan. Chris heeft als hobby om zichzelf te verstoppen waarbij hij het heel erg leuk vindt als papa en mama hem gaan zoeken. Als ik van tevoren weet dat we dit spelletje doen, kan ik er wel een mouw aan passen. Maar midden in een volle V&D gaat hij zich tussen een aantal kledingrekken verstoppen waarbij bij mij de angst om het hart slaat. Hij loopt namelijk evenzogoed naar het midden van de winkel om zich daar te verstoppen als dat hij op een meter afstand blijft staan. En bij verstoppen hoort dat je geen geluid maakt. Dus ook als we hem roepen blijft hij stil. Dan moet hij eerst weer op zijn kop krijgen zodat hij weet dat hij in de buurt moet blijven en zich niet mag verstoppen. Overigens is het goed afspraken maken met hem, voordat we een winkel ingaan herhaal ik nog eventjes de regeltjes. En als die weer latent in zijn geheugen staan, is er niet zoveel aan de hand.

In de auto showroom liep hij tussen alle auto’s door om zo de merken tot zich te nemen. Op een moment was ik hem helemaal kwijt waarbij ik hem vond aan de andere kant van de showroom. Hij was een ford aan het bekijken. Uiteraard hield ik het riedeltje op over weglopen, maar ik vroeg hem ook of hij papa niet kwijt was. Het antwoord was ‘nee’. Zolang hij leuk bezig is, is er niet zoveel aan de hand. Het is overigens ook leuk om te zien hoe hij zich met de gesprekken bemoeit. Deze auto was niet mijn auto. De vorige eigenaar had dikke sigaren gerookt er in en deze geur is niet te verwijderen. Toen Chris vroeg, toen de verkoper even weg was, of dit onze nieuwe auto zou gaan worden zei ik tegen hem “dat deze auto stinkt”. Nou dat zijn wel duidelijke uitspraken. Op het moment dat de verkoper terugkwam kreeg hij in alle toonaarden te horen hoe deze auto stonk. Deze directheid moet ik nog leren.

Samenvattend kan ik zeggen dat dit kleine jongetje steeds een beetje groter wordt en daarmee ook steeds een beetje gezelliger. Je kan hem er goed bij hebben als je ergens naar toe gaat waarna niet direct kinderen dingen zijn. Chris weet zich wel te vermaken. Het tweede is dat hij goed aanspreekbaar is op zijn verantwoordelijkheid als bijvoorbeeld grote broer. Als hij iets voor Mijke moet gaan doen, dan doet hij het graag. Of het nu gaat over een paar luiers van boven halen, of een speentje erin doen, zijn huidige werkzaamheden worden altijd even onderbroken. Het komt natuurlijk niet overeen met middeleeuwse kinderarbeid, maar het algemene nut komt wel steeds sterker naar voren.

jaar 4.3 Moment voor jezelf

Er verandert natuurlijk veel in het kleine leventje van hem de laatste tijd: Zus erbij, ritme verandert, school, vrienden, spelen, zwemmen, ga zo maar door. Kinderen zijn veel flexibeler dan volwassenen daarin. Bij een kind kun je verwachten dat met frisse energie de verandering tegemoet wordt gezien, maar bij een volwassene zie je vaak een grote weerstand ontstaan. Zeker als het niet één verandering betreft, maar een heleboel. Je moet  er toch niet aan denken dat er ineens iemand in je huis komt wonen, dat je alle aandacht moet gaan delen en je je moet gaan aanpassen. Het is nogal wat.

Chris slaat zich er best doorheen. Hij vindt Mijke lief en wil graag aaien en er aanzitten. Ook is hij niet te beroerd om de wagen even te wiegen als Mijke aan het huilen slaat. Een week of twee geleden raakte hij nog in een klein paniekje als niemand de baby meteen stil ging maken, maar tegenwoordig is het een taak die hij ook op zich neemt. Ook vindt hij het niet erg om in de gang te spelen als het wat meer lawaai maakt en snapt ie dat hij soms even moet wachten. Hij is best slim.

Maar net zoals ieder mens heeft hij zijn eigen dingetjes. Van die dingetjes die je echt voor jezelf hebt, rituelen waar je geen ander bij kunt gebruiken, soms tegen het autistisch spectrum aan. Bij Chris ligt de grens van tolerantie bij de TV en filmpjes. Tijdens het auto spelen mag de baby best huilen, tijdens het voorlezen is dat ook niet direct een probleem, ook niet tijdens het computeren, maar niet als hij aan het TV kijken is. Hij kruipt bijna in de TV, dat is zijn heerlijke ‘alleen’ moment.

Laatst had hij net genoeg zijn best bij zwemles gedaan om de film ‘Fineas en Ferb 2D’ te verdienen. Na een half uur de cover bekijken en allerlei verhalen verzinnen wilde hij hem wel kijken. Mijke had andere plannen en Chris wist even niet wat hij moest doen. Boos worden, verdrietig, alles kwam langs zeilen. Tot ik het idee kreeg om hem maar de veel te grote koptelefoon op te zetten. En daar zat hij voor zijn eigen PC film te kijken. Geen krijsende Mijke die hem van zijn apropos kon brengen, maar een gelukzalige wereld met alleen maar film. Fijn voor hem, maar ik vind Fineas en Ferb eigenlijk ook leuk. Nu heb ik niet mee kunnen kijken. Ik zal er toch eens over na moeten denken hoe ik dat beter kan regelen, want hij begint Pokemon ook al leuk te vinden en daar kan ik ook vertier in vinden. Misschien is sociaal meekijken wel de oplossing of een ‘samen met papa’ activiteit. Ik moet nog een smoes bedenken.