jaar 2.7 Uitslag

Wist je dat kinderen geboren worden zonder moedervlekken? Ik wist het niet, tenminste het werd mij later pas uitgelegd. In een één of andere rare droom, waarbij ik Chris moest ophalen bij de opvang en ik hem niet herkende, zei ik dat hij te herkennen was aan zijn moedervlek op zijn… ook in mijn droom had ik geen plek kunnen verzinnen. Hij had namelijk lange tijd geen moedervlekken. Nu heeft hij er een paar. Eentje op zijn bovenbeen, achter op zijn onderrug en een kleintje in zijn nek. Van mezelf weet ik nog dat toen ik in de pubertijd zat, ik op mijn rechterarm een patroon van moedervlekken ontwaarde. Na een paar maanden was het duidelijk: De grote beer, het steelpannetje. Ik heb niet de moeite genomen om te checken of niet allen de vorm, maar wellicht de geometrische verhoudingen ook gelijk waren aan het sterrencluster. Dat zou een mooie start van een sprookjesverhaal zijn.

 

Toen Chris geboren werd had hij een zogenaamde ‘ooievaarsbeet’. Dat is een vlek in de nek, die een stuk roder was dan de rest van de huid. Meestal trekt dat vanzelf weg, zeiden de zorgverleners en dat klopte ook. Alleen nu valt op dat hij last heeft van ‘jeukies’, precies op die plek. De warmte, zijn zonneallergie (zie foto’s, maar erg duidelijk is het daar niet op) kunnen allemaal oorzaken zijn van die jeukies, maar het kan ook iets totaal anders zijn. Ik hoop geen beessies waar speciale stinkende shampoos aan te pas moeten komen. Het is al heet genoeg.

Het goede nieuws is dat de enorme toestanden van de afgelopen weken tijdens het eten (alles NEEE, krijsen, schreeuwen, niet willen enz) en de consequente aanpak tot frustreren toe, heeft geleid tot het wederkeren van de rust bij de familie Abbing. In de boze periode heb ik mezelf er ook toe gezet om expres leuke dingen te gaan doen met hem, omdat ik anders alleen maar boos aan het doen ben. Dus ben ik elke avond met hem gaan douchen na het eten. Goed voor zijn huid met die uitslag, maar ook goed voor de sociale band. Niet alles vindt hij daarbij leuk, maar voor mij was het wel goed, voor hem dus ook denk ik dan maar. Ik kan zelfs zeggen dat hij weer op zoek is naar gezelligheid, aandacht, knuffelen en ‘praten’. Dat laatste is wel heel bijzonder. Dan staat dat mannetje van 2,5 voor je neus en zegt: “Ik mama praten” en als je dan naar mama gaat met hem gaat hij er eens lekker voor zitten om een goed gesprek te hebben. Natuurlijk vraagt hij niet echt, maar geeft hij wel hele antwoorden die veel verder gaan dan de standaard ‘ja en nee’. Regelmaat is weer eens de oplossing geweest.

jaar 1.11 Nachen en Huinen

Chris praat veel, heel veel zelfs. Op de opvang heeft dat zelfs tot een probleem geleid. Waar ’s middags de meeste peuters een middagslaapje pakken, zorgt Chris er voor dat het een feestje op de slaapzaal wordt. Vanaf het moment dat hij in zijn bedje wordt gelegd tot aan het moment dat ze besloten hebben dat hij de andere kinderen genoeg wakker gehouden heeft, brabbelt hij er op los. De eerste poging die ze hebben gedaan was om hem 10 minuten eerder naar bed te brengen, maar Chris slaapt niet binnen 10 minuten. De tweede poging was om hem later in bed te leggen, zodat hij in ieder geval geen wederspraak heeft. Maar Chris praat ongeacht of er mensen zijn die luisteren. In een laatste poging legde hem op de bank in de speelzaal met een dekentje eroverheen en als hij dan slaapt wordt hij in de slaapzaal gelegd. Het is een beetje behelpen maar het lijkt te werken.

nachen man

Ik vind het zo bijzonder om te zien hoeveel woorden hij kan gebruiken om uit te drukken wat voor hen belangrijk is. Soms zijn het alleen maar klanken of ritmische klanken, die dan afgewisseld worden met een herkenbaar woord. Maar klaarblijkelijk vindt hij het geweldig om zichzelf te horen praten. Het is natuurlijk een inkoppertje, maar dat heeft die van mij. Alhoewel ik juist de laatste tijd bezig ben met de ontwikkeling van de manier waarop ik aan het praten ben, ben ik me erg bewust van het feit dat ik ook veel woorden nodig hebt om te vertellen wat ik wil. Ik heb juist bewondering voor mensen die met veel minder woorden en toch de juiste intentie weten uit te drukken waar ik een heel betoog voor nodig heb. Maar goed dat zijn de fases in het leven. In de puber leeftijd vond ik het erg leuk om moeilijke woorden te gebruiken. Te pas en te onpas gebruikte ik ze op momenten dat het mij leuk leek. Maar een bijdrage aan heldere communicatie was het niet. Daarna heb ik een tijd gehad dat ik wat voorzichtiger was en een heleboel dacht maar niets zei. Dat waren de eerste jaren van het onderwijs en ik me een klein jongetje in de grote boze wereld voelde. Totdat een teammanager tegen mij zei dat ik mezelf wel wat meer kon laten gelden. Dat was natuurlijk de kat op het spek binden en vanaf dat moment heb ik geleerd om te kunnen spreken in lange volzinnen met zijpaden en anekdotes, met terugkoppelingen en voorspellingen. Als ik op dreef ben denk ik dat het leuk naar me luisteren is. Maar buiten het feit dat ik erg snel praat, vraag ik op deze manier ook veel aandacht. En eigenlijk wil ik dat ik juist ruimte voor anderen gaan creëren. En mijn conclusie is dan dat ik wat moet veranderen aan mijn manier van praten.

Het benoemen van de omgeving is een manier om invloed uit te oefenen op de werkelijkheid. Als je zegt wat je kan of als je zegt wat je wil kun je andere zover brengen dat zij met jouw ideeën mee kunnen gaan. Chris is daar erg mee bezig. Dat zie je in zijn spel als hij bezig is met lego blokjes of met auto’s. Hij daagt ons uit om mee te spelen met zijn spel. Hij vindt het geweldig als ik een autootje oppak een mooi v8 geluid maak en tegen de wetten van de zwaartekracht het autootje voortbeweeg. Je ziet die oogjes dan kijken en alles wordt in dat bolle hoofdje van hem opgeslagen. En als hij een paar minuten later zelf een autootje in zijn handen heeft, zie je hem al die dingen doen die ik net zelf gedaan heb met een paar eigen aanvullingen.

Maar natuurlijk ook als het gaat om eten. Als je Chris vraagt wat hij wil eten is het standaardantwoord ‘kaas’. Af en toe ontstaat er nog een ‘worst’, maar om heel eerlijk te zijn heb je daar niet zoveel aan. Ik geloof ook niet echt dat hij een voorkeur heeft voor iets. Hij vindt veel lekker, best wel heel veel. Of het nu gaat de aardappels of rijst, pasta klein of groot, met saus of zonder, met of zonder stukjes, het gaat allemaal naar binnen. Volgens mij kunnen we daarmee ons in de handjes wrijven. Het enige dat hij niet lekker vindt is witlof en sla. Maar daar kan ik prima mee leven. Ik zou het wel leuk vinden dat als ik ’s ochtends een boterham smeer en hem vraag ” wat wil je er op?” hij een keertje wat anders zegt.

De laatste keer dat wij op het consultatiebureau waren kregen we het advies mee om emoties te benoemen bij Chris. Ik ben niet het type omdat automatisch te doen. Maar er zit natuurlijk wel een kern van waarheid in. Dat kleine mannetje heeft natuurlijk nog geen referentiekader waaruit hij kan tappen als het gaat over emoties. Dus woorden vinden voor die primaire gevoelens is op dit moment erg moeilijk. En wat aan kan helpen zijn zinnen als: “ik zie dat je boos bent” of “Dat is moeilijk voor je”. Vooral dat eerste zinnetje slaat wel aan. Als Chris gefrustreerd of boos is zegt hij “gooien” en alles wat voor zijn neus ligt wordt weggesmeten. Mijn neiging is dan om boos terug te reageren, wat natuurlijk wel effect heeft, maar niets veranderd aan zijn manier van frustratie uiten. Heel voorzichtig aan zegt hij nu steeds vaker op die momenten “boos!”. Dat is een grote winst!

Al een tijdje heeft hij door dat er een verschil is tussen het positieve en het negatieve. En hij weet ook al daarmee te spelen. Nep-huilen en nep-lachen doen we vaak samen. Een spelletje is ook al dat hij wijst naar papa of mama en dan zegt: “Nachen” of “huinen” waarmee hij natuurlijk lachen en huilen bedoeld. De l ligt hem niet zo. Dat blijkt overigens normaal te zijn op deze leeftijd. Dat noemen ze een “lettergat” en in de meeste gevallen verdwijnt dat na verloop van een paar maanden. Ik weet inderdaad nog dat Kimberly, de dochter van goede vrienden van me, de K niet uit kon spreken. Daarvoor in de plaats zei ze altijd een T. Dus werd haar naam Timberly Togger, waar we haar nog steeds mee kunnen plagen. Veel belangrijker dan de manier waarop hij het uitspreekt vind ik dat hij zo donders goed doorheeft dat hij ook emoties heeft. En of dan een L mist of niet is echt minder belangrijk. Zeker voor een man, die in de loop van zijn leven toch wel erg vaak de boodschap mee zal krijgen dat emoties lastig, vrouwelijk, slap zijn, is deze fase in zijn leven een heel belangrijke. Dat kun je niet vaak genoeg zeggen.

jaar 1.4 Theo, Theo, who the f*** is Theo

“Sommige kinderen lopen eerst voordat ze leren praten en anderen doen het net andersom”. Mijn goede vriendin Lisanne, moeder van een 10-jarige, die sinds kort op steenworp afstand van ons woont, weet het nog goed. Ontwikkelingen komen zoals ze komen en ze gebeuren niet tegelijkertijd. Bij Chris leek het erop dat hij wel erg graag wilde staan en lopen. Al vanaf maand 4 geloof ik wilde hij springen en die sterke beentjes van hem gebruiken. Dat hoorden we ook vaak van anderen die dat sterke kleine mannetje vasthielden. “nee, voordat deze 1 jaar is, loopt hij.” maar dat was dus niet waar. Ergens rond maand 8 kwamen de eerste bewuste klanken uit zijn mond en deze ontwikkeling won de stijd om die ander: Hij zal eerst leren praten.Ik ben er talig, Martina stukken minder. Opgegroeid in de Achterhoek, was Duits meteen een tweede taal. Engels lag ook meteen voor de hand van de TV dus dat gleed ook automatisch naar binnen. Frans daarentegen vind ik nog steeds kansloos, dus dat lukt me ook niet. Het enige dat ik echt mooi vind aan de Franse taal is een romantische vakantie aan een zwoel meer, met zo’n hele mooie Francaise die omfloerst “je t’adore, tu est magnifique” in je oor fluistert. Maar dat is een droom gebleven. Ik praat veel en gebruik ook veel woorden om te zeggen wat ik wil. Daarom praat ik ook snel, want anders kan ik al die woorden niet kwijt in een zin en ben ik bang dat mensen de aandacht verliezen. Het voordeel daarvan is dat ik ook weer makkelijk kan herhalen in andere woorden, wat in het onderwijs weer erg handig is. Chris pikt dat op.  Soms zie ik hem denken en luisteren naar een conversatie. Hij brabbelt al veel, maar nazeggen is er niet bij, behalve makkelijke voor de hand liggende woorden: ‘papa’ en ‘mama’, de zeer geliefde ‘kijk’ als er iets boeiends te melden is, en tegenwoordig breidt hij em uit met iets van ‘kijkehkijkeehkaijk’ als het echt super bijzonder is. En van de week was er ineens ‘Theo’. Ik vroeg aan Martina wie Theo was, je kan tenslotte nooit weten, maar er is geen Theo. De klank is erg aantrekkelijk, maar wat het betekent weet ik niet. Gisteren kwam er ‘Thea’ bij, die kennen we wel, maar het zal wel uit hetzelfde toevallige vat getapt zijn. Ik vind zijn leuke gebrabbel erg leuk. Minder leuk zijn de krijsen en gillen die hij de afgelopen dagen had vanwege doorkomende kiezen (hij heeft er nu 3), maar ook dat zal aan zijn ontwikkeling bijdragen. Het schattigst is als hij aan het zingen slaat, tenminste zo zien wij het. Vaak in zichzelf gekeerd, spelend met een speeltje, gaat hij een beetje neurieënd geluid maken. Het is zo’n superventje.We wonen nu 4 jaar in Noorderplassen West. Leuke nieuwe wijk, veel water, grote patserige huizen (de onze niet hoor), echt een mooi opgezette wijk. Wij wonen niet aan de waterkant, daarvoor moet je veel geld hebben, maar hebben gekozen voor een woning met uitzicht op het bos. Nu zijn Almeerse bossen wat anders dan echte bossen. Alle bomen staan op een rij, wildgroei wordt niet getollereerd. Ze zijn ook niet te hoog, want Almere bestaan ook pas 30 jaar. Ons bos waarop we uitkijken is een meter of twee hoog en schermt ons af van de weg. Achter de weg ligt een gebied met hogere bomen en wat meer ‘spontane’ natuur. Daar waren we nog nooit geweest. Het is bijna beschamend te zeggen, maar ik ben er enorm vaak langsgereden in de auto, een paar keer doorheen gefietst, zelf een paar maal recreatief, maar nog nooit de moeite genomen om van de gebaande paden af te gaan en het bos in.

rugdrager

Een paar maanden geleden heeft Martina van ‘het Goed’ een rugdrager op de kop getikt. Die dingen zijn nieuw onbetaalbaar, dit was een erg leuk prijsje. Eén keer eerder hebben we het uitgeprobeerd en dat was al leuk. De derde lentedag van dit jaar nodigde uit om te doen wat we eigenlijk al veel eerder hadden moeten doen. Een goed uur banjeren door de aangelegde velden was leuk om te doen. Chris vond het ook bijzonder leuk. Toen we terug kwamen was hij doodop.En, O ja, weet je nog dat ik vertelde dat er een microburst overtrok? (zie hier verhaal 1 maart 2008) Vanaf de weg had ik al gezien dat enkele bomen omgewaaid waren, maar dit lijkt toch wel iets erger te zijn. Ik denk dat deze bomen al dood waren toen de storm zijn werk deed. Dat is wel vaker in Almere het geval. De groene Kathedraal, één van de landschapskunstwerken, is gemaakt van populieren die vanzelf na 30 jaar dood gaan. Beetje trieste kunst. Maar wellicht dat deze bomen zo’n zelfde lot beschoren zijn. Het ziet er in ieder geval erg post-tornado-achtig uit.

post tornado 

post tornado