4.2 Weet ik niet

Het is weer even wennen. Chris gaat nu sinds twee maanden naar school toe en we hadden min of meer een schema voor wie hem daar naartoe bracht. Maar nu er een nieuwe telg in ons gezin is, staat zo’n afspraak natuurlijk een beetje op losse schroeven. Het meest vervelende natuurlijk is dat hij precies op tijd op school moet zijn. Op de opvang was er een speelruimte van zeker 2  uur, nu komt het op een minuut of 10 aan. En daar sta je dan: tussen alle ouders en alle kinderen die allemaal op tijd op school willen komen, vervoer hebben geregeld, soms in de auto en soms op de fiets, sommige sportief aan het lopen… Kortom een drukte van jewelste kan ik je wel vertellen.

weet ik niet

Dus na zo’n investering ’s ochtends vroeg, verwacht ik eigenlijk ook wel wat terug als ik hem weer ophaal. Maar bij het ophalen van Chris krijg je eigenlijk niet zoveel te horen. Op mijn vraag: “en hoe was het?” Krijg ik standaard het antwoord: “ weet ik niet”. Dat is toch niet leuk!? Het helpt ook niet als ik wat meer gesloten vragen gaan stellen. Als ik hem bijvoorbeeld vraag of hij geknutseld heeft, of dat ze buiten gespeeld hebben, of dat hij leuk gespeeld heeft met Erik Jan, krijg ik nog steeds hetzelfde antwoord: “ik weet het niet”. Dus eigenlijk weet ik vrij weinig wat er op school gebeurt. Ik heb zijn boek met werkjes laatst mee naar huis toe gekregen. Daar zat een werkje in. En een week later lag hij op zijn stoel een poging tot een pinguïn. Enthousiast had ik hem gevraagd of hij deze gemaakt had. En toen zei hij erg sneu: “ ik krijg mijn werkjes nooit af papa”. De pinguïn had ook geen snavel.

Gesloten vragen stellen lijkt toch wel een deel van de oplossing. Een ander deel van de oplossing is niet direct bij het naar huis toe gaan allerlei vragen gaan stellen aan hem. De overgang tussen de klas en weer naar huis toe is voor hem waarschijnlijk nogal groot. Hij is al snel afgeleid, de vele impulsen laat hij tot zich komen maar daardoor focust hij slecht, misschien is het beter om te zeggen dat hij zich makkelijk laat meevoeren. Ach weet je, daar valt best mee te leven. Want als we eenmaal goed onderweg zijn en ik een paar gesloten vragen stel, komt er vaak al wat meer uit. Maar toch blijft mij het gevoel bekruipen dat hij ook niet zo goed snapt dat ik dit ook wel heel graag wil weten. Het klinkt misschien stom, maar het lijkt erop alsof dat stuk van zijn leven, school en opvang, ook iets is wat hij niet met zijn ouders doet. Dus zit daar ook iets vreemds in omdat te gaan vertellen. Oké, ik geef toe het is misschien vergezocht. Het kan ook gewoon een jongetje zijn dat van alles en nog wat vergeet, omdat het op dat moment niet zo belangrijk voor hem is.

Het is wel leuk dat ik hem vorige week vrijdag naar school toe bracht en bij het weggaan aan een vroeg of hij straks bij het ophalen wilde vertellen wat ze gedaan hadden. Hij zei toen erg enthousiast dat hij dat wel zou gaan doen. En toen ik hem ophaalde, kreeg ik inderdaad iets meer te horen dan alleen maar “weet ik niet”. Maar diep in mijn hart hoop ik op zo’n gezellig kwebbelend jongetje dat in ruime bewoordingen vertelt wat hij allemaal met wie en hoe gedaan heeft. Maar ik zal toch wat rust moeten betrachten denk ik zo. Om hem te plagen zeg ik expres af en toe tegen hem “weet ik niet” en ik kan je zeggen dat hij dat helemaal niet leuk vindt.

jaar 3.12 Vergeten (en vergeven)

De tweede wendag op school verliep wel wat anders dan wij gedacht hadden. Toen Martina om 11:55 Chris wilde ophalen, kwam ze deze tegen terwijl die in zijn eentje op het schoolplein op de schommel zat. Dat is natuurlijk een vreemde zaak, laten we eerlijk zijn: een peuter van drie hoort niet eens eentje op een schoolplein rond te lopen. Na even navragen bij Chris bleek hij ook niet te weten waar de andere kindjes waren. Ze gingen naar binnen toe en vond daar de juffrouw die met de andere kindjes aan het voorlezen was. Ze was hem vergeten!
In het onderwijs gebeuren dingen in een fractie van een seconde. Continu wordt intuïtief de vraag gesteld of iets belangrijk is, erg belangrijk is of mega belangrijk is. Dat leer je overigens niet zomaar. Menig docent of leerkracht zal kunnen bevestigen dat het inschatten van prioriteiten een hele moeilijke zaak is. De basis om dat te kunnen is het hebben van een overview. In een klas, het maakt niet uit of dat nu kleine kinderen zijn of grote lummels, gebeurt er enorm veel op de dynamische momenten. Vooral bij binnenkomst of bij het weggaan van de klas zijn er zoveel dingen die in de dynamiek kunnen gebeuren. Vooral op die momenten is het van groot belang om een overview te hebben. Als een kind snel naar beneden beweegt kan dat betekenen dat zij haar tas aan het inpakken is. Het kan ook betekenen dat zij gevallen is. Maar het kan ook zo zijn dat deze leerling een duw gekregen heeft van een andere leerling waardoor ze gevallen is. Die inschattingen zijn enorm belangrijk om de sfeer veilig te laten zijn en als docent de verantwoordelijkheid dragen.
De juffrouw schrok enorm. Dat is natuurlijk ook wel logisch. Gelukkig ging ze geen excuses verzinnen. In plaats van te gymmen waren ze buiten wezen spelen met alle kleuters. Toen het tijd was om naar binnen te gaan had de juffrouw samen met haar collega in de handen geklapt waardoor alle kindjes, het is een soort Pavlov reactie, in een lange rij gingen staan en naar binnen gingen. Mijn Chris had dat niet gedaan en wist ook eigenlijk niet dat dat zo hoorde. Dat kun je hem ook niet kwalijk nemen natuurlijk. Hij is tenslotte maar drie en dit was zijn tweede schooldag. De juffrouw had hier beter op moeten letten, dat staat als een huis. En verwijtbaar is natuurlijk dat het niet opgevallen is dat Chris er niet bij was natuurlijk dat niemand gecontroleerd heeft na afloop. Het kan niet zo zijn dat een kind van drie over het schoolplein dwaalt zonder dat daar toezicht op plaatsvindt. Ik moet er ook niet aan denken wat er allemaal gebeurd had kunnen zijn en dat doe ik dan ook maar niet.
Gezien de ernst van de zaak heb ik toch maar even contact opgenomen met de directeur. Deze bood natuurlijk zijn excuses aan. Maar excuses maken is niet genoeg in dit soort zaken. Om verder te kunnen met de juffrouw in de school heb ik nodig om het vertrouwen te laten herstellen. Ik ben best geneigd om ervan uit te gaan dat dit een incident is, maar dan wil ik wel de zekerheid voelen dat dit ook zo is. De directeur heeft het met de juffrouw besproken en dezelfde middag nog werd ik gebeld door haar. We hebben een afspraak gemaakt voor een gesprek een paar dagen daarna.
Ik had niet zoveel tijd dus was het een kort gesprek. Twee nachtjes slapen relativeerde de boel in ieder geval wel een beetje. Het belangrijkste was ook dat zij liet blijken dat ze het erg vond en ook dit gesprek niet uit de wegging. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Maar sommige fouten horen in de categorie MEGA belangrijk. Chris vindt de juffrouw lief. Chris vindt de school ook leuk. En tijdens het gesprek met de juffrouw liet hij zien dat hij in twee dagen al prima wist dat er een systeem was om op bepaalde plekken te kunnen spelen. Iets met zijn schildpad die dan verplaatst moest worden op verschillende speel plekken. Ondanks het feit dat hij het enige kindje was in de klas, verplaatste hij zijn schildpad van het keukentje naar een andere speel plek. Voor hem is er niet zoveel gebeurt gelukkig en dat maakt het herstel behapbaar. Dus zal hij met frisse moed in het nieuwe jaar gaan starten met school en zal hij niet meer vergeten worden, dat mag ik hopen althans.


Vanochtend bracht ik hem voor de allerlaatste keer naar de dagopvang. Tenminste dit was de allerlaatste reguliere keer. We hebben afgesproken met de vaste leidster die u op vakantie is dat hij op zijn verjaardag van 3 januari nog een ochtend terugkomt om zijn verjaardag te vieren. Dat is echt de laatste keer. Het ritueel van afscheid nemen is zo vertrouwd. Binnenkomen, jas uit en schoenen uit, slofjes aan, naar binnen toe, Chris blijft aan je been hangen, praten met de leidster, de vraag stellen: “waar wil je zwaaien?”, En daarna de vraag van de leidster: “Wil je alleen zwaaien of moet ik mee?”, Zwaaien, nog een keer zwaaien en dan is het goed. Chris heeft nooit moeilijk gedaan over dat afscheid nemen. Dit ritueel doen we al twee en een half jaar en het is voor ons allemaal erg bekend. Vandaag moest ik wel een traantje wegpinken. Daar stond die grote gozer in de hal voor de grote deur in zijn eentje te zwaaien naar me. Eerst één handje en daarna enthousiast met twee handjes. Normaal zwaai ik in de hal, loopt dan naar buiten toe en zwaai nog een keer en daarna loop ik weg. Maar vandaag heb ik extra lang gezwaaid. Ik zag hem lachen en gek doen om zo nog meer aandacht krijgen. Deze fase van ons leven was hiermee beëindigd.

jaar 3.12 half dagje wennen op school

Vandaag is Chris een half dagje aan het wennen op de nieuwe school. De volgende fase is aangebroken. De afgelopen week hebben we het er met hem vaak over gehad. Maar natuurlijk kan hij zich daar niet echt wat bij voorstellen. Ik overigens ook niet. En leuk vinden … niet echt. Ik hou er niet van om hem achter te laten in een voor mij en voor hem vreemde omgeving. Maar het hoort allemaal bij, it’s all in the game. Dus net zo goed als dat hij zich daarin zal moeten bijten, zo zal ik dat ook moeten doen.
Vanochtend was het een beetje stressen. Het moest natuurlijk net een beetje anders dan normaal. Ik had een tas klaargemaakt met fruit erin, wat te drinken en natuurlijk een koekje. Maar stom genoeg had ik de verkeerde tas uitgekozen. Zijn Nijntje rugzak was het eerste die ik kon pakken. Maar dat was natuurlijk niet de rugzak die hij wilde. Spiderman is natuurlijk veel stoerder. Dus hebben we alles omgepakt, zijn jas aangedaan, zijn Cars paraplu gepakt en hop op weg.

 
Omdat wij vrij dichtbij school wonen en ik weet vanuit de praktijk hoe druk het met auto’s is voor de school, had ik besloten om te gaan lopen. En natuurlijk vandaag was het harde wind, regen en natte sneeuw. Maar dapper als we waren liepen we door weer en wind de vier straten naar school toe. Chris piepte nog wel wat onderweg en had redelijk wat aansporing nodig, maar dat is altijd als hij het koud krijgt. Ik merkte aan hem toen we het straatje naar de dependance ingingen dat het spanning niveau toenam. “ Waarom gaan we hier naartoe papa?” “ Wat gaan we hier doen dan?”. Dat zijn de gewone vragen als hij het spannend begint te vinden.
Op facebook had ik de foto opgezocht van zijn nieuwe juffrouw. Eenmaal binnen kon ik haar dus makkelijk herkennen. Hij werd naar zijn stoel toe geleid waar zijn naam opstond. Die kon hij al lezen, dat was meteen een goede beurt. Ze werken daar met symbolen en hij heeft een schildpad als symbool. Ik kan het niet nalaten om daar meteen al wat van te vinden. De andere symbolen zijn allemaal positief ingesteld: een lieveheersbeestje, een kraan, een auto, een gazelle … en mijn kind is een schildpad. Natuurlijk heb ik er niet meteen wat van gezegd. Dat komt wel als mijn ergernis toeneemt. Ik ben er namelijk van overtuigd dat symbolen die je toekent aan iemand ook betekenis gaan krijgen. Maar dat kan in een later stadium ook.
Aangezien het adventstijd is verzamelde de twee groepen die in de dependance waren zich in de aula. Ze hadden liedjes geoefend en ging in die voor zingen voor de ouders. De juffrouw zei tegen me dat ik Chris wel bij me kon houden, omdat hij de liedjes toch niet kende. Maar ik ken mijn kindje wel een beetje. Ik hoef niet zo’n beenhanger die dan steeds meer moeite krijgt om straks dag te zeggen tegen papa. Dus toen de kindjes verzamelden zette ik hem in het midden van de groep. Daar heeft hij gestaan met zijn vingers in zijn mond, het hele optreden lang. In het begin keek hij naar alle ouders en zag hij mij niet eens, na een liedje of twee zag hij mij langs de kant staan en kwam er een heel klein glimlachje. Daarna heeft hij gelet op de juffrouw die tijdens het zingen allerlei gebaartjes maakte. En ik dacht te herkennen dat hij een beetje op en neer aan het wiebelen was op de muziek. Ik weet het niet, het zag er niet echt vrij uit, maar goed zo zit hij ook niet in elkaar.


Daarna werden de ouders weggestuurd. Het was een chaos met al die kinderen die nog even dag wilden zeggen tegen papa en mama. Mijn kleine Chrisje kwam in het gedrang. Ik viste hem tussen twee bullebakken van zeker zes jaar oud uit en pakte hem op de arm.” Vond je het zingen leuk? ” Er kwam geen antwoord. Hij keek nog steeds rond. “ Papa gaat nu naar huis toe. Ga je lekker spelen met deze nieuwe kinderen? ” “Ja” het was een hele korte ja. “ Geef de juffrouw maar een handje .” Dat deed hij dan ook. Samen met het andere kindje wat blijkbaar deze dag nieuw was hield hij de hand van de juffrouw vast. Zijn andere hand zat nog steeds in zijn mond. Op een meter of 10 afstand zwaaide ik naar hem. Hij zag me en zwaaide terug. “ Tot straks! ” En daarmee ging ik de regen weer in.
Het was goed om de vier straten weer terug naar huis weer door de regen te lopen. Ik merkte dat dit allemaal best wel wat met me doet. Niet alleen leuk, ik vind het een super idee dat hij nu bijna naar school toegaat. Maar de andere kant van het verhaal is dat mijn vrijdagen met hem samen nu ten einde zijn. En met de vrijdagen bedoel ik dat we samen met zijn tweeën leuke dingen doen en ik voor hem zorgen mag. De manier waarop het kan nu achter moest laten was niet subtiel. Gelukkig is het maar een half dagje en kan ik hem om 11:55 alweer ophalen. Ik hoop op een vrolijk klets jongetje dat vertelt wat er allemaal gebeurd is. Maar net zo goed kan hij doodop zijn van alle nieuwe indrukken. Helaas moet ik vanmiddag bloed met hem gaan prikken. Maar mocht hij het niet aankunnen, dan doe ik dat wel een andere keer. Niet te veel dingen tegelijk.

jaar 3.11 Een ander beeld

Kinderen opvoeden is onbewuste kopietjes maken van je eigen wensen. Daar ben ik de afgelopen jaren wel achter gekomen. Zonder daar nu meteen een oordeel over te vellen heb ik wel gemerkt dat veel ouders ermee bezig zijn om de waardes in het leven, de dingen die zij belangrijk vinden, terug te laten komen in het kind. Nogmaals dit is geen waardeoordeel, zo is de werkelijkheid. Uiteraard is dit voer voor psychologen. Overdracht en tegenoverdracht zijn belangrijke begrippen. Daarnaast zijn vormen van narcisme, en natuurlijk mildere vormen van specifieke karakter kenmerken terug te vinden in kinderen. In extreme gevallen worden kinderen verknipt, te veel gericht door de neurose van de ouders. Maar in het nieuwe geloof is er steeds meer overtuiging dat kinderen per definitie last hebben van de neurose van hun ouders. Zoals mijn moeder altijd zei: “het is niet goed of het deugt niet”. In onze zorg samenleving lijkt het wel gewoon te worden dat iedereen na een voltooide puberteit een verwerkingsproces moet gaan inzetten. Uiteraard onder deskundige begeleiding, daar is tenslotte geld in te verdienen. En het resultaat: een verstoorde relatie met je ouders, tenslotte hebben zij geen therapie gevolgd en stappen ze er geen bal van.
Wij denken bijvoorbeeld dat Chris een erg vrolijk jongetje is. Ik heb jullie al eens eerder verteld over zijn vrije houding als wij in de stad lekker aan het winkelen zijn. Het lijkt dan wel of hij zich nergens voor schaamt en met iedereen contact wil maken. Vrijelijk danst hij op de opzwepende muziek die moet leiden tot een groter koopgedrag. Zo spreekt hij graag mensen aan die over straat lopen er iets niet weten wat hij wel weet. Het lijkt wel alsof er geen vrolijker en vrijer jongetje bestaat.
Over twee maanden moet Chris naar school. Dat is een bijzonder moment. En dat betekent ook dat van de ene zorginstellingen hij naar de volgende overgedragen wordt . Al eerder hadden wij bij wisseling van de groepen binnen het centrum een overdracht gehad, dat werd een 20 min gesprek genoemd. De conclusie toen was dat eigenlijk wel dezelfde dingen liet zien thuis als op het centrum. Helaas was dat deze keer niet de situatie. Complimenten voor de leidster, dat moet voorop staan. Ze had er moeite mee om het ons te moeten gaan vertellen. Waar wij hoopten op complimenten het liefst in ruime bewoordingen over zijn enorme taalgevoel, zijn geweldige rekenkracht en wel in verschillende talen, zijn muzikale gevoel, zijn zorgzaamheid voor anderen maar vooral zijn vrije houding ten opzichte van de moeilijke dingen in het leven, kregen we een beeld geschetst van een te klein jongetje dat niet wilde eten, dat veel al in zijn eentje aan het spelen is en fysiek achterloopt op kinderen van zijn leeftijd. Zo heeft hij moeite met rennen, de leidster noemt het een soort van hardlopen. Hij is snel uit het veld geslagen als er iets aan gedaan wordt, zoals een speeltje afgepakt. Hij was laatst met zindelijk worden, laat met aankleden. Hij is weinig zelfstandig en zoekt ook weinig uitdaging met andere kinderen behalve kinderen die veel jonger zijn dan hem. Kortom: op school zal hij het moeilijk krijgen. Uiteraard vroegen wij dan wat er wel positief was aan het verhaal met Chris. Het kan zijn dat ik het niet meer heb willen horen, of dat ik het gewoon verdrongen heb, volgens mij kwam er namelijk geen antwoord meer. Er waren wel factoren te noemen die mede aan de grondslag lagen van zijn gedrag in deze groep. Zo is de groep erg groot in verhouding met andere groepen, wat ook veel drukte oplevert voor Chris. Chris als kind alleen weet daar vaak niet goed mee om te gaan. En helaas moet ik bekennen dat ons gezinnetje inderdaad erg vaak op zoek is naar rust. Ikzelf ben een fervent tegenstander van grote gezelschappen. Mij moet je niet vragen om gezellig naar de Sint intocht te gaan, want dat is voor mij een verzoeking. Dit zijn typisch van die overdracht mechanisme die Chris meekrijgt in de opvoeding.
De andere kant van het verhaal is natuurlijk dat wij als ouders complimenten kunnen aanvaarden over de zekerheid die Chris ervaart in bijzijn. Als wij in de buurt zijn, is de wereld niet zo eng meer. Volgens mij is dat ook een doel van de opvoeding. Het omgaan met tegenslagen en dingen die niet zo leuk zijn is echter iets wat hij nog niet zo sterk ontwikkeld heeft. Maar hoe kun je een kind dat leren? Volgens mij is dat ook niet zo makkelijk, volgens mij is dat een weg van vallen en opstaan. Maar dan moet je natuurlijk wel mogen vallen. En dan komt misschien het tweede overdracht mechanisme naar voren: wij zijn ook erg voorzichtig met Chris. Tenslotte hebben we maar één kind, daar moet je een beetje voorzichtig mee zijn. Wellicht dat dit verandert nu de tweede er aan zit te komen, maar om heel eerlijk te zijn zit het ook wel erg in ons. Mijn broer laat kinderen in het speelterrein achter het huis klimmen en klauteren. De buren houden gezamenlijk toezicht. En natuurlijk gaat het ook wel eens mis, maar dat hoort bij het leven. Onze Chris gaat met ons mee, wij zijn de eerste met wie hij speelt. Het zou fijn zijn als dat gaat veranderen.
Ik heb zo het vermoeden dat zijn carrière op school anders zal gaan verlopen. De vrolijkheid die ik ontdek bij de intellectuele uitdaging en vooral het enthousiasme dat hij uitstraalt en ook erg aanstekelijk is, zal andere kinderen ook prikkelen. Als hij zich dan redelijk safe en op zijn gemak voelt dan denk ik dat zijn ontwikkeling wel de goede kant opgaat. Laten we eerlijk zijn: het is een erg klein jongetje voor zijn leeftijd, en inderdaad erg achter op een aantal fysieke zaken. Maar dat was bij mij ook de situatie toen ik klein was. Het heeft bij mij wel een tijd geduurd voor ik dat een beetje vorm kon geven en het kon gebruiken en uiteraard ook misbruiken. Ik vind het een uitdaging om Chris dit eerder mee te geven dan mezelf.
De neiging is om de grote boze wereld ook zo te benaderen. Maar wellicht moet ik ook een aantal zaken achter mij laten. Mijn neurose’s staan me nu ook in de weg en dit is een mooi moment om ermee aan de slag te gaan. Is het niet voor mezelf, dan heeft Chris het wel verdiend.

jaar 3.10 Stoer ik word broer

Afgelopen vrijdag was zijn laatste bezoek aan het consultatiebureau. Na drie jaar en negen maanden wordt de laatste inenting gegeven en een check van alle vitale organen. Met vlag en wimpel slaagde Chris. Hoe stom het ook moge zijn, het was ook wel een klein sentimenteel moment. Er is tenslotte genoeg gebeurd. Zeker de start van Chris is nogal rommelig geweest met de ziekenhuisbezoeken. Het consultatiebureau heeft daar een belangrijke rol ingespeeld. Zij zijn ook een partij op de zijlijn als het gaat om de bezoeken van Chris aan het ziekenhuis. En daarnaast is natuurlijk het persoonlijke aspect: de verpleegkundige die Chris altijd onderzocht heeft vond hem een erg gezellig en leuk jongetje. Ook deze keer weer kletste hij de sterren van de hemel. Het is zo heerlijk om te zien dat hij zo weinig schaamte ervaart en vooral bezig is met de wereld om hem heen. Ik kan me ook zo voorstellen dat dat totaal anders is met bepaalde kinderen. Na het wegen en het meten van de lengte werden zijn ogen getest op een andere manier dan hij gewend was. De vorige keer, volgens mij was dat trouwens maar drie maanden geleden, kreeg hij plaatjes die hij moest benoemen. Die hebben we dan ook dapper geoefend met hem. Echte havik’s ogen zal hij niet hebben maar dat vind ik toch niet zo belangrijk. Hij ziet prima. Bij deze test kreeg hij een bord met plaatjes te zien waarbij er een rondje met een gaatje was. Hij kreeg een voorbeeld en moest met dat voorbeeld aangeven waar het gaatje was op het bord. De bril die hij op moest doen waarbij een oog afgedekt was, was natuurlijk een beetje raar. Maar de rest was allemaal prima. Ook zijn longen klonken goed, zijn gewicht was eindelijk weer op de curve, zijn lengte was wat te laag, maar dat zal altijd wel zo blijven. Zowel martina als ik zijn allebei niet al te lang en vooral in onze jeugd zijn we altijd erg klein gebleven. Van klein en schattig kun je ook een leuk leven maken.

De verbale linguïstische vermogens van kinderen van drie en een half liggen nogal uit elkaar. Het begint natuurlijk dat kinderen op een heel diverse manieren woorden uitspreken. Vooral kinderen die lang gespeend hebben, slissen nogal. Maar volgens mij is er ook een belangrijk onderdeel dat heet aanleg. Zonder nu op te scheppen kan ik stellen dat Chris een enorme aanleg voor taal heeft. De laatste weken vraagt hij ook continu de betekenis van woorden in het Engels. Dat zal wel komen door Dora. Daar wordt het Nederlands afgewisseld met het Engels. De uitkomst van het verhaal voor Chris is dat hij ten eerste al begrijpt dat er verschillende talen zijn, ten tweede wil hij graag de vertaling van veelvoorkomende woorden weten en Ten derde vindt hij het natuurlijk geweldig dat wij het geweldig vinden. In dat opzicht stimuleer ik natuurlijk vooral dat taalgebruik. Ik vind het heerlijk om Chris de Engelse woorden te horen uitspreken met de juiste tongval. Een beetje zingerig, met een mooie th, zoals een nette Engelsman zou uitspreken. Van 1-10 was geen probleem in het Engels, de uitdaging ligt nu in het tellen van 10-20. In het Nederlands lukt dat al prima, de andere talen lonken.

Op het consultatiebureau krijgen we al vanaf het moment dat hij kan praten de complimenten over zijn linguïstische vermogens. Nu ook weer. Hij is verstaanbaar, weet zichzelf uit te drukken en heeft een enorme woordenschat. Voor ons is hij natuurlijk een grote kwebbel, erg gezellig. Ook als hij alleen aan het spelen is kletst hij er maar op los en het valt op dat de meeste spelletjes ook echt een verhaal hebben. Natuurlijk niet logisch, maar het begint ergens en het eindigt ook nog ergens. Dat is wel bijzonder.

Aan het einde van het bezoek was natuurlijk het handje schudden. Chris zou worden overgedragen. Maar uiteraard vertelde ik dat dit waarschijnlijk niet het laatste contact met het consultatiebureau is geweest: “Chris word broer”. De verpleegkundige reageerde erg enthousiast. “En hoe vindt Chris het?” Waarop ik zei: “Dat kan hij beter zelf vertellen”. Chris vertelde dat hij het erg leuk vond om grote broer te worden. En op de vraag wat hij met zijn kleine zusje ging doen antwoordde hij: “troosten en ervoor zorgen”. Is dat niet schattig?
Zijn verhuizing naar het nieuwe kamertje heeft daar natuurlijk alles mee te maken. Buiten het feit dat het nogal makkelijk was dat het kleine jongetje in een bedje sliep waar hij niet zelf uitkon, werd het nu tuurlijk wel een beetje gortig. Hij is eraan toe dingen zelf te doen zelf te organiseren, zelf keuzes te maken. Dat heeft ook te maken met het gebruik van een kamertje. De transfer is enorm makkelijk gegaan. Net zoals hij op vakantie zonder te piepen in een groot bed ging slapen, zo is zijn nieuwe bed ook geen probleem. Het is zo schattig om te zien dat hij helemaal boven in zijn bed ligt te slapen onder het dek beetje. Zo’n enorm groot bed met zo’n enorm klein jongetje erin. En Chris is natuurlijk weer enorm goed in het wachten tot hij gehaald wordt en hij uit bed mag. Wat mij betreft zou hij wel wat meer eigen keuzes kunnen maken en bijvoorbeeld als hij wakker is lekker gaan spelen. Maar zo zit het jongetje niet in mekaar. Als het hem te gortig wordt begint hij te roepen, maar ik heb het vermoeden dat hij dan al erg lang wakker is.

Aan alles merk je dat hij toe is om naar school te gaan. Ik zie hem zo tussen al die kindjes zitten en lekker spelletjes doen met een hoger educatief gehalte dan bij de opvang. In het kader van de dag van de leraar op 6 oktober dit jaar was ik met een collega van de Algemene onderwijsbond op stap in Arnhem om daar cadeautjes te brengen aan scholen. De mevrouw werkte in het primair onderwijs, met name in Montessori onderwijs. Uiteraard vertelde ik ruim over Chris en zijn verwondering voor cijfertjes. De vrouw vulde aan dat zij een keer les had gegeven aan een kleuter groep. Na het bekijken van een filmpje met allemaal olifanten begonnen de kleuters met elkaar te praten over hoeveel olifanten dat waren. De een zei “het waren er wel vijf”. De andere vulde aan “nee wel 10”. Een andere kleuter vulde enthousiast aan dat het misschien wel 20 olifanten waren. En weer een zei “100”. Ze vertelde dat ze die getallen allemaal op het bord ging schrijven. En de kleuters keken naar de getallen en zagen dat ze groot waren. Die vrouw vertelde dat kleuters soms een fascinatie voor grote dingen kunnen hebben, zo ook grote getallen. Maar dat het nog moeilijk bevatten is hoe groot groot dan kan zijn. Voor de één is groot 10, voor de ander is groot 100 en voor weer een andere is dat nog veel grotere, maar heeft geen idee wat 1000 is. Dat herken ik wel bij Chris. Na het tellen tot 20 komt er vaak een 100 achteraan, om zo aan te geven dat er nog veel meer grote getallen zijn. Zelf heb ik als kind, toen ik dat eenmaal kon, vaak geteld tot 1000. Of later in mijn leven de machten van twee uitgerekend. Dat bleek wel weer handig bij het berekenen van bits en bytes, maar dat wist ik toen nog niet.

Langzaamaan wordt Chris zich steeds meer bewust van het feit dat er een baby aan komt. De buik van mama wordt steeds groter en hij moet er voorzichtig mee doen. Stoeien met mama mag niet meer zo hard en waarschijnlijk merkt hij dat ik wat meer dingen met hem doe. Ik vind het wel gezellig. Sterker nog, naarmate hij ouder wordt vind ik het steeds gezelliger worden. Samen ondernemen we heel wat acties. Zo is samen boodschappen doen erg gezellig, samen de stad in leuk voor beide personen, naar de dokter gaan een leuk ritueel. Ik praat veel en vind het leuk dat mijn kind ook veel praat want dat betekent dat we over dingen kunnen praten. Dus praten we van tevoren over dingen, tijdens dat we er zijn over dingen en natuurlijk als we klaar zijn over wat er gebeurd is. Ik ben blij dat wij dat allebei leuk vinden.