Jaar 3.6 Bloed prikken

Wat een uitvinding zeg pleisters met verdoving. Ik wist niet dat die dingen zo effectief waren. Chris moest vandaag bloed laten prikken. Dat is vervelend genoeg, zeker voor een klein jongetje. Maar het moest gaan gebeuren. Een halfuur ervoor werden er twee pleisters op zijn arm geplakt. Hij vond het machtig interessant. De pleisters alleen al maakte hem een speciaal jongetje. En toen bij het bloedprikken blijft het een vreselijk gedoe natuurlijk, maar het meest vervelende was dat hij vastgehouden werd door een mevrouw die erbij gehaald was. Hij ging bij mij op schoot zitten en ook ik moest hem in een houdgreep pakken. Er kwamen veel auws voorbij en hij moest uiteraard een paar keer krijsen. Na het losmaken van de knelband aan de bovenkant van zijn arm ontspande hij weer helemaal terwijl de naald er nog wel inzat. Chris was een enorm dapper jongetje, een dikke knuffel van mama, een kus van pinguïn want die was er natuurlijk ook bij en de belofte dat hij een ijsje zou krijgen maakte dat hij graag weer wegging met een happy’s smiling gezicht.

We hebben de keuze toch maar gemaakt om hem verder te laten onderzoeken. Ondanks het feit dat hij enorm klein en schattig is, is hij wel heel erg klein. In vergelijking met de andere kinderen van de dagopvang is hij een klein mager wit ogend jongetje. Kinderen jonger dan hij zijn groter en vitaler. Hij is ook vaak ziek: verkoudheidjes en koorts en al dat soort zaken hetgeen natuurlijk enorm lastig voor hemzelf is maar ook voor ons. Ik ken de situatie van een zoon van goede vrienden van mij die na lang zoeken erg veel last hebben van suikers, wat hem tegenhield in zijn ontwikkeling. Zover wil ik het met Chris niet laten komen maar als je eenmaal de eerste stap in een ziekenhuis binnen zet weet je dat er van alles kan gebeuren. Vandaag werd hij eerst onderzocht door een jonge artsassistent: leuke dame die uiteraard erg goed met kinderen om wist te gaan. Bij Chris is dit overigens niet nodig. Iets nieuws als een ziekenhuis vindt hij geweldig. Dat klinkt stom maar het is wel zo. Hij komt lekker vrij binnen gaat zijn eigen dingen doen, werkt graag mee met mensen, is niet verlegen gaat bij die artsassistent  bijna op schoot zitten als die aan het typen is en voelt zich enorm op zijn gemak. Dat kregen wij dan ook wel drie keer te horen en dat is voor ouders natuurlijk enorm leuk.  De kinderarts bekeek de groeicurve en trok een korte doch duidelijke conclusie: hij is duidelijk aan het afvallen. Het is een trend die al langer bezig is en ik wil hem verder onderzoeken. Dat begint met een aantal standaard onderzoeken: natuurlijk het bloed waar ze ook kunnen kijken of een allergie of overgevoeligheid is gluten, natuurlijk ook wordt zijn ontlasting verder onderzocht en zal er een onderzoek plaatsvinden naar overgevoeligheid naar lactose. Datzelfde onderzoek heeft Martina een tijd geleden gedaan waarbij zij een flesje lactose naar binnen kreeg en daarna om het halfuur in een zakje moet blazen. Dat gaat hij aanstaande woensdag ook doen om te kijken of er een verhoogde afscheiding van waterstofgas is. Dat is namelijk het reactie product dat overblijft als er een overgevoeligheid voor lactose aanwezig is.

Dat zijn de eerste stappen en daarna moet er verder gekeken worden: beleid maken, zoals het ziekenhuis dat zegt. Wat mij betreft mag er dan wel iets uitkomen want ik moet wel eerlijk zijn: ik vind een heleboel dingen prima om te onderzoeken, maar tegelijkertijd kan ik ook zeggen dat een onderzoek eindig moet zijn. Ik vind het goed om Chris een goede start mee te geven maar het is natuurlijk ook de tijdgeest om alles te willen uitzoeken. Op het moment hem in de molen mee te laten gaan zal hij veel informatie krijgen over wat er met hem aan de hand is. Maar hij is een lief klein schattig jongetje. Dat ben ik ook jaren geweest en ik moet eerlijk zeggen bij mij is er volgens mij nog nooit een onderzoek gedaan of ik in een andere allergie heb. De grens die ik voor mezelf vasthoud is dat ik het prima vindt om deze onderzoeken te laten doen, maar het gaat erg ver als er op een gegeven moment een slang in zijn kont gedaan moet worden om te kijken of zijn darmflora nog wel fatsoenlijk werkt. De tweede grens is dat we niet wekelijks het ziekenhuis in moeten. Als dat echt nodig is bij een ziekte of zo, vind ik dat akkoord. Maar als dat een onderdeel van zijn leven gaat worden omdat hij een beetje allergisch en een beetje slecht groeit, lijkt me dat niet de juiste keus. Dan maar liever klein en schattig en inderdaad ook een beetje wit.

 

jaar 2.5 eten en andere basisbehoeftes

twee en een half jaar eten

Gisteren kreeg hij toetje, anders dan anders. De perzik variant was ‘heerlijk’, de aardbeien yoghurt ‘lekker’, maar deze waren uitverkocht. Het enige wat er nog in de koeling stond was zwarte bessen. Dus na het vaste toetje-ritueel (‘wil je nog toetje?’ ‘nee (natuurlijk eerst nee)… JA!!’ slabbertje om, bakje pakken, koelkast open, in het bakje doen en hij kijken, plastic lepel erin en dan…) gaat hij meestal een beetje kliederig, maar wel gedreven aan het opeten. Maar gisteren legde hij zijn lepel neer, pakte het bakje op, gaf het aan mij met de woorden: “Papa, lust niet”. Dat was duidelijk toch?  

Er zijn niet veel dingen die hij niet lust. Er zijn wel dingen waar hij geen zin in heeft, maar dat is een heel ander proces. De beroemde Pierre Wind (die drukke kok) heeft eens verteld dat ‘vies niet bestaat, maar aangeleerd is’. Dat is een stelregel die ik me aangemeten heb. Het klopt bij Chris. Eten is aantrekkelijk als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Dat begint uiteraard met honger: die rauwe bonen en die honger kloppen helemaal. Er zijn momenten geweest dat wij bijna uitgedroogde boterhammen voerden en hij daar erg tevreden mee was. De tweede factor is of hij hetzelfde als een van ons krijgt. Dan moet je eigenlijk lezen hetzelfde als mama, papa is eigenlijk alleen interessant als mama er niet is. Als wij enthousiast doen, vaak is dat bijna te overdreven, dan is hij redelijk makkelijk te overtuigen van iets dat hij niet kent. Maar op deze leeftijd komt er ook zoiets als smaak om de hoek zeilen. Hij heeft al bepaalde voorkeur. Zo zijn tomaten geweldig, komkommer ook, sperzibomen (expres met een m), broccoli (wat wij bomen noemen), en alle soorten worst. Fruit is uiteraard ook altijd goed, zuur of zoet, het maakt niet uit. Sowieso heeft hij een voorkeur voor zure dingen, zure bommen of uitjes kan je hem altijd voortzetten. Dat blijkt overigens overeen te komen met wat veel kinderen van zijn leeftijd als voorkeur hebben. Maar iets niet lusten is dus nieuw. Ik ben al tot erg blij geweest dat hij velletjes en stukjes in het eten niet erg heeft gevonden. Martina is al erg snel begonnen met het geven van eten waar stukjes en velletjes inzit. Ik vermoed dat dat wel een positieve bijdrage heeft geleverd. Maar er zijn volksstammen kinderen die dit vreselijk vinden, dat ik denk dat we ook een beetje mazzel hebben gehad. 

Eten is ook het eerste machtsmiddel dat hij gebruikt. De laatste tijd met name ’s ochtends, is hij een pietlut als het gaat over zijn boterham. Het begint al die boven eigenlijk niet uit zijn bed wil, en daar natuurlijk een beetje doorgaan met alles. Dat levert een jammerend jongetje op. Eenmaal beneden heeft hij dan ook geen zin in eten. De boterham met worst wordt al jammerend open gepulkt waarna hij alleen maar de worst wil opeten. Hoogst ergerlijk natuurlijk. We waren steeds strenger aan het worden, waardoor de strijd ook steeds meer toenam. Tot het moment dat wij aan de dagopvang vroegen wat zij daarmee deden. Het antwoord was verbluffend eenvoudig: ze deden er niets aan. Als de kinderen eerst hun worst opeten, krijgen ze daarna niks anders en moeten ze hun andere broodjes opeten. De luchtigheid straalt eraf bij de dames, dus is er geen probleem. Dat voelen die kindjes feilloos aan, maar wij zijn nog niet zover. Nou moet ik je zeggen dat de eerste ervaringen inderdaad erg bevredigend zijn. De ellende en gejank zijn stukken minder. En kinderen eten toch wel als ze honger hebben. Dat is ook een waarheid als een koe. 

Hij krijgt tegenwoordig sojamelk producten, omdat hij de laatste maanden hij erg dunne vlaaien poep heeft. Poep bij kinderen is natuurlijk anders dat dat van ons volwassenen, dat viel al vanaf de geboorte op. Ik was al weer veel vergeten, maar nu het nichtje van Chris 11 april geboren is (Lisa Ostendorf), krijgen we de poep-verhalen in alle gradaties mee. Haar poep was zwart en nu geel. Ze drinkt alleen melk, dus gele poep met klontjes. Dat weet ik nog wel van Chris, maar vanaf het eerste fruit en de pap begon de poep ook te veranderen. Net zoals onze poep verandert met wat je erin stopt aan de bovenkant, zo gaat dat bij Chris ook. Alleen hebben we nog niet echt vat op die vlaaien. We hebben al een poep kweek laten doen, maar daar kwam niets uit: Geen parasieten of onverteerde rariteiten. Dus gaan we zelf op zoek naar de voor de hand liggende zaken. Hij heeft er zelf niet veel last van, groeit nog steeds gestaag, geen zware krampen of iets dergelijks, dus doen we rustig aan met uitzoeken. Na verloop van tijd kunnen we ook bij de onderzoekers van euro-preval aankloppen, we doen tenslotte ook nog steeds mee aan dit onderzoek en zij kunnen wellicht systematische tips geven om deductie op het voedselpatroon toe te passen. 

Eten is heel belangrijk als je nog niet zoveel kunt. Dan is geluk en zaligheid eraan gekoppeld, maar ook verdriet en ongenoegen. Het is vreselijk basaal. Wij vergeten dat vaak als je ouder wordt, dat het een oorzaak van ongenoegen is. Maar ook dat het een verandering van gemoedstoestand tot gevolg kan hebben. Je moet niet met een lege maag naar de supermarkt gaan, dan koop je veel te veel. Maar het werkt ook niet om een nieuwe auto te willen kopen als je honger hebt. Daar kun je als verkoper op inspelen, maar als ouder kun je er veel van leren. Ons mannetje van twee-en-een-half snapt het spelletje met eten al een beetje.

Maand 11 Allergisch

allergie1 allergie 1 

Het is vreemd hoe een lichaam werkt. Om heel eerlijk te zijn hoor ik af en toe verbazingwekkende dingen dat een lichaam kan zoals voedsel verbranden in een cel, waarbij mitochondriën samen met een paar andere onderdelen in een cel (die zo klein zijn dat we ze niet kunnen zien met het blote oog) een soort mini-fabriekje zijn met de volledig functionerende logistiek eromheen.  Als je echt diep na gaat denken over het waarom dan loop ik snel vast. Waarom een cel dat doet en waarom zo, kunnen we ons niet echt voorstellen. Of waarom een cel samen een cel is geworden… Het waarom is echter niet magisch of onvoorstelbaar, het waarom is er gewoon. Dingen doen wat dingen doen en dat antwoord is voor ons lineaire wezens vaak te beperkt. Wij kunnen net 3 dimensionaal denken, 4 dimensionaal rekenen, maar in ons voorstellingsvermogen zijn we geneigd te willen reiken naar nog meer dimensies. 2 Dimensionaal is per definitie niet genoeg, terwijl daar de meest eenvoudige verklaring vaak ligt. 

Chris werd vorige week maandag wakker met rode vlekken in zijn gezicht. Dus dachten wij aan een  één of andere kinderziekte. Tegenwoordig zijn er veel meer dan vroeger en de nieuwste zijn de vijfde en de zesde ziekte, ook wel de vlekkenziekte genoemd. Ik dacht dat dat ook het antwoord was, maar helaas was het wat gecompliceerder. Na een doktersbezoek en druppels tegen allergie, een jengelige wakkere nacht, twee brakke ouders en een mannetje dat helemaal rood uitgeslagen en opgezet de dag begon gingen we toch maar weer terug naar de dokter. En deze vertrouwde het niet helemaal dus stuurde ze hem naar spoedeisende hulp. Daar begon mijn trauma weer. De tweede week van zijn leventje liep ik met de super gozer ook daar in het ziekenhuis in dezelfde maxi-cosi en moest ik hem vast houden terwijl er lichaamsappen afgetapt werd. Ik kreeg het spaansbenauwd het idee alleen al dat we hier weer waren. Onze Chris had er niet zoveel last van, dat kun je ook zien op de foto’s. Want buiten de koorts en de vurige gloed had hij geen jeuk of voelde hij zich rot. Nou is dat zelden bij hem want Chris lacht bijna altijd (ik overdrijf niet). Dus ook zo in de behandelkamer. Alle kleertjes uit en meneer begint te spelen. Dokter erbij, die aanvankelijk niet helemaal leuk leek te zijn, maar daarna is die ook wel OK. Of bloed aftappen, dat natuurlijk erg rot was, want dat doet pijn en is vervelend, leverde een huilbui van 3 minuten op die perfect getroost kon worden door Martina. Chris is daarna ook gewoon weer de oude gelukkig. 

Na een paar uur behandelkamer, een nieuw medicijn en een negatieve bloedtest was de boodschap dat hij waarschijnlijk een voedselallergie had.  Dat hadden wij ook al bedacht. Alle maaltijden nagetrokken van de afgelopen dagen, waren we tot de conclusie gekomen dat paprika wellicht de boosdoener was geweest, maar zeker weten doe je dat pas als je dat een tweede keer weer probeert. Even nu maar niet overigens, dat komt wel een keertje in een vakantie. 2034 Lijkt wel een mooi jaar te worden daarvoor. 

We hebben natuurlijk Anne Fleur nog van het Europreval allergie onderzoek. Ik denk dat het goed is haar te gaan bellen en  hulp te vragen bij het uitzoeken van de allergie. De ervaring van dat onderzoek kan snel helpen. Maar het idee dat Chris dan weer naar ziekenhuizen moet, staat me in het geheel niet aan.

Wij zijn goede ouders denk ik zo, maar helaas geven we Chris geen goede huid mee. Martina is allergisch en overgevoelig voor bijvoorbeeld melkproducten en smaakversterkers, ik heb een zeer lage tolerantie voor zon. Mijn huid zet op en begint dan rood te ontsteken. In het meest erge geval zal Chris dus met een ijsje in de zonneschijn opzwellen tot een michellin mannetje. Ik hoop maar dat dat niet zal gaan gebeuren.